top of page

PlugPlug Hoge Venen: alleen maar hoog(s)tepunten

Zijn er in de Benelux mooiere plaatsen om te gravelen dan de Hoge Venen? Wellicht niet. Het krioelt er van de grindwegen. Auto’s kom je er amper tegen. En de natuur is overweldigend. PlugPlug Hoge Venen is de ideale introductie tot deze wondermooie uithoek van België. De route rijgt alle hoog(s)tepunten van de streek aan elkaar: de Botrange, de vallei van de Warche en de leegte van de Venen. Wow, wow en nog eens wow!

Deze route is minder uitdagend dan PlugPlug Opaalkust of PlugPlug Eifel, maar zwaarder dan PlugPlug Voorkempen of PlugPlug 't Zwin. Dat komt vooral door de hellingen. Met 1150 hoogtemeters op 73 kilometer en 2000 op 130 kilometer gaat het constant op en af. Op de korte route wordt het nooit supersteil. Op de lange route liggen wel twee fameuze kuitenbijters.

Voor technische hoogstandjes hoef je niet te vrezen. Het offroadpercentage ligt op bijna drie kwart, maar de Parcoursbouwer koos bijna uitsluitend brede, goed bollende grindwegen. In totaal kom je nog niet aan één kilometer met wortels of rotsen. Inderdaad: dit is een grave gravelroute, geen moeilijke mountainbikepiste.



Meteen de natuur in


Heel lang hoef je niet te wachten op al dat lekkers. Nog geen vijfhonderd meter na de start in Eupen knispert het grind onder je wielen. Eerst trek je door wat weides; daarna door een prachtig woud.

In de eerste tien kilometer krijg je al heel wat types gravel voorgeschoteld: smallere wegen met mooie kiezels, goed aangereden tweesporenbanen en platgewalste grinddreven. Grootste gemene deler: een manifest gebrek aan auto's. Een warme jas van rust en stilte omhult je.

Vanaf de Wesertalsperre begint het langste stuk verhard van de ganse route. Na een paar kilometer langs het stuwmeer op de Vesder slingert een asfaltlintje door de naaldbossen omhoog tot Ternell. Ook de stukjes verhard zijn van een ontluisterende schoonheid...



Verrassing! De Hoge Venen!


Vanaf Ternell trek je door het dal van de Helle. Nomen non est omen. Langs het klaterend water trap je in een onverstoord valleitje op vijfsterrengravel. Het enige geluid: het ruisen van de wind en het gruizen van het grind.

Net als je denkt dat het niet veel hemelser kan worden, trekt de natuur een gordijntje voor je open. Tadaam! De Hoge Venen! Een fenomenale grindweg dwarst de Fagne Wallonne. Zou het kunnen dat dit de mooiste gravelweg van België is?

Ook in de volgende kilometers blijven de uitzichten onvergetelijk. Constant schamp je het natuurgebied van de Hoge Venen. Traag, maar gestaag klim je tot op het dak van België. Vergeet daar niet om het trapje te nemen. Oostende ligt er precies 700 meter onder je voeten.



Drie verrassingen


Vanaf het Signal de Botrange maakt de lange route een extra lus van 33 kilometer richting Malmédy. Op die lus wachten drie verrassingen: twee aangename en een minder aangename. Twee kilometer na je vertrek aan de Botrange blinkt de eerste surprise: de hoogst gelegen brouwerij van België. Niet alleen voor de geserveerde hapjes en drankjes, maar ook voor het fenomenale uitzicht, is het terras van Belgian Peak Beer de ideale pleisterplaats.

Verrassing nummer twee: na het brouwerijbezoek volg je het klotsende en kolkende water van de Pouhon en de Warche kilometerslang bergaf. Op de smalle dalbodem moet je een paar keer van kant verspringen. Splash of bruggetje? Dat is de vraag.

Helemaal beneden volgt de minder aangename verrassing: de Ferme Libert. Een smeerlap eerste klas. Eén van de tien zwaarste asfaltklimmen van België. Meer dan een kilometer lang, en dat aan 12% gemiddeld. Een sluipmoordenaar die duurt en duurt en blijft duren.

Terug op de Botrange knoopt de lange route weer aan bij de korte. Je bent hier bijna halfweg. De sfeer van de route blijft hetzelfde. Naaldbossen wisselen af met veengebieden. Gravelwegen worden slechts heel af en toe onderbroken door korte stukjes macadam. De zwaartekracht staat vanaf hier wel aan je kant. In mensentaal: het gaat meer bergaf dan bergop.



Terug naar Eupen


Vanaf het meer van de Gileppe zijn er twee opties. De korte route neemt je in minder dan twintig kilometer terug naar start. De lange route maakt nog een extra lusje van 24 kilometer richting Fagne des Deux Séries.

Om aan die Fagne des Deux Séries te geraken, moet je wel wat inspanningen leveren. Op een steile gravelweg trek en sleur je je uit het dal van de Gileppe. Ook daarna blijft het traject onverminderd stijgen. Twee stukjes single track onderbreken de grindmonotonie.

Al die inspanningen worden wel dubbel en dik beloond. Een pracht van een gravelweg loopt meer dan vier kilometer langs de Venen. Iedere keer weer word je hier verrast. De ene keer blinken heenzame sparren in de zon. De andere keer hangt er een mysterieuze mist. Of is dit dan de mooiste gravelweg van België?



Speeltijd!


Om terug in Eupen te geraken, volg je de route van de PlugPlug 300. Zowel op de lange als op de korte route duik je nog de speeltuin in. Rond het Lac de la Gileppe lopen de gravelwegen niet eindeloos rechtdoor tussen de sparren, maar slingert het grind zich als een slang door het loofwoud naar beneden. Op al die krinkels en kronkels voel je je een Nederlandse Amerikaan die na twee jaar lockdown nog eens mag gaan dansen: van boven naar onder en van links naar rechts! Veel dichter bij een rollercoaster kom je op de fiets niet…

Na een paar uur natuur overvalt de drukte van de binnenstad van Eupen je. Starten en aankomen in de hoofdstad van de Duitstalige gemeenschap heeft heel wat voordelen. Door laag te beginnen, zitten de meeste hoogtemeters in het begin van de route. Je bent ook snel terug op de snelweg of op de trein. En – niet onbelangrijk - ettelijke terrasjes nodigen je uit voor de broodnodige recuperatiedranken...


Tekst: Nick Schuermans

Foto's: Triin Tamm en Nick Schuermans




Fotoreeks:



bottom of page